Historiek
Bestuur en leden van Koninklijk Deugd en Vreugd Heestert danken hier van harte volgende mensen die hen speciaal voor hun eeuwfeestseizoen financieel steunden:
Anhyp – Rik en Nicole Sengier Bernard Matton
Bierhandel Frans Putman-Desmet
Bloemen en Planten Ann-Rosi
Boetiek De vier Jaargetijden
Bouwwerken BVBA Ravelingeen
Brandstoffen Etienne Coussement
Doe het zelf Zeno Caby
Drukkerij DecoScreen
Frans Walcarius
Garage A. Vlieghe
Gemeentekrediet – VOF Vandorpe – Demeulenaere
Jozef en Jozefa Demeulenaere – Roelstraete
KBC-bank en -verzekeringen – Deprez Antoon & Raf
Maes Mattress Ticking
Paul Deprez
Plafonneringswerken Aurele Vandevijvere
Sanitair – Centrale verwarming BVBA Windels Moen
Stoppage “A” – Annie Vandecasteele
Tuinonderhoud Stefaan Naessens
Uit sympathie
Zaal “’t Boerderietje” – Chris Windels
Een apart woordje van dank gaat naar vzw Malpertus voor het gebruik van lokalen en zaal.
Het leven is een schouwtoneel, elk krijgt zijn rol en speelt zijn deel.
In het honderdjarig toneelleven van Heestert is mijn deel heel bescheiden. Mijn rol bestaat erin de gevoelens te vertolken van het gemeentebestuur bij dit heel merkwaardig jubileum. Als U verder leest, zult U de geschiedenis van 100 jaar “Deugd en Vreugd” kunnen lezen: een boeiend stuk leven van een hele eeuw wordt voor U voorgedragen, waar U tussen de regels de deugd en de vreugd ontdekt, die de leden in al die jaren konden beleven. De tijd is in het Heesterts gezelschap niet stille blijven staan, zoals de Sterre uit een van de bestsellers op toneelgebied. In al die jaren zijn ze mee geëvolueerd, ingaand op nieuwe trends die zich aandienden, werkend met de middelen die voorhanden waren, maar steeds met dezelfde betrachting: een programma uitwerken, waaraan de toeschouwers deugd en vreugd beleefden, of het nu een “concert” was, om de oude benaming voor toneel te gebruiken, een drama in verschillende bedrijven, een komedie – een klucht zoals men vroeger zei -een thriller, zoals men nu aankondigt. Het vieren van dit jubileum bewijst dat zij steeds in hun opdracht geslaagd zijn en dat zij door de jaren heen hun publiek zijn blijven boeien. Dit is op zichzelf reeds een proficiat waard. In deze wereld, waar communicatie geen grenzen meer kent, waar grote theaterhuizen zo drempelverlagend werken, is het een hele opgave om als lokaal gezelschap volle zalen te blijven lokken. Dat “Deugd en Vreugd” daar blijft in slagen, is een teken van de kwaliteit van het huis, van de blijvende aandacht en inzet, en dit is meer dan een proficiat waard. Toneel brengen, zich inleven in een situatie, kruipen in het vel van een personage, is een uitdaging voor iedere acteur. Het is een middel vaak om een boodschap over te brengen naar de aandachtige toeschouwer. Het is zich kwetsbaar opstellen, in het besef dat men letterlijk in de schijnwerper staat en beoordeeld wordt. Dit is cultuur beleven in de breedste betekenis van het woord. Ik wil daarom al de acteurs, actrices, medewerkers, hulde brengen, wat hun rol ook was en welk deel zij ook kregen in de voorbije honderd jaar toneelleven in Heestert. Een toneelgezelschap is een blijvende waarde in een dorpsgemeenschap, in het rijke verenigingsleven van Heestert en Zwevegem. Het is met oprechte gevoelens van dankbaarheid om al het gepresteerde uit het verleden dat ik, namens het gemeentebestuur, U al het goede toewens voor de toekomst, waar zovelen op U rekenen om via uw toneelproducties nog veel deugd en vreugd te beleven.
F. Dewilde,
Eerste Schepen.
Deugd en Vreugd nam op 12 juli 1998 met deze prachtige wagen, die Etienne De Cattelle, nu eens met veel, dan weer met minder hulp maakte, deel aan de stoet “135 jaar Sint-Cecilia Heestert”. De “bemanning” (Etienne De Cattelle, Rita Defoor, Ann Delaey,. Pol Demeulenaere, Johan Desloovere, Peter Dewyn, Ronny Feys, Kristien Martijn, Chris Turpijn) animeerde hem uitbundig.
Zijn dit de stichters van Deugd en Vreugd Heestert? We vermoeden het. Hun naam: Edmond Muylle, gemeentesecretaris Ottevaere, Gustaaf Cardon, Dr. Emiel Delbeke, koster Jules Retsin, Achilles Quatannens, onderpastoor Callemeyn, burgemeester Modest Rohaert, pastoor Alais Farasyn, hoofdonderwijzer H. Claeys, Theophiel Byttebier.
Bij het begin van dit eeuwfeestseizoen …
Beste Lezer,
Beste Toneelliefhebber,
U hebt het ongetwijfeld ook al gehoord : horden informatici zijn al een hele tijd gejaagd in de weer om te verhinderen dat peperdure computers op hol slaan als het nieuwe millennium aanbreekt en anderzijds duiken om de haverklap links en rechts onheilsprofeten op, die, nog maar eens, het einde van de wereld voorspellen of die in het beste geval een paar wereldverstorende rampen in het vooruitzicht stellen. En dat allemaal omdat het jaar 2000 er aankomt. En nu precies, ondanks al die jobstijdingen, komen wij, van Deugd …, excuseer, van Koninklijk Deugd en Vreugd Heestert, met deze feestfolder bij U aan, want uitgerekend nu gaan wij feest vieren. Nee, we hebben ons niet gehaast om ons eeuwfeest nog net te redden van al die naderende kommer en kwel, neen, wij willen deze eeuw toneelleven in Heestert nu met fierheid- en met een tikkeltje heimwee – herdenken om met des te meer enthousiasme en energie aan een tweede eeuw toneel- activiteit te beginnen, jaar 2000 of niet.
Hier gaf eerste schepen F. Dewilde – burgemeesters mogen en moeten immers ook al eens op vakantie en de tekst diende uiterlijk tegen 6 augustus in druk gegeven – ons allervriendelijkst het waarderend schouderklopje van het gemeente- bestuur, waarvoar onze hartelijkste dank. Hiema kunt U eventjes, heel eventjes maar, want er is daar natuurlijk nog zo enorm veel meer over te zeggen, bladeren in een eeuw toneelleven in ons dorp, waama we U ons toneelprogramma voor het seizoen 1998 – 1999 voorstellen. Dit moet voor onze groep zijn hoogtepunt krijgen op zaterdag 20 maart 1999. U kunt een blik werpen op het min of meer gedetailleerd feestmenu van die dag. . En wat kan iemand na meer dan een kwarteeuw voorzitterschap in dit begeleidend woordje beter wensen dan dat dit heuglijk toneelseizoen voor alle leden van Koninklijk Deugd en Vreugd Heestert op zoveel mogelijk vlakken een vreugdevol seizoen mag zijn; dat al onze geregelde en occasionele toeschouwers na elke opvoering opgetogen of “gepakt” mogen nakaarten in onze bar; dat U, Beste Lezer die nog niet proefde van onze toneelproducties, misschien eens de weg naar zaal Malpertus mag vinden…
En voor wie onder U onze groep – een hechte vriendengroep, dat beklemtoon ik met fier- heid- zou willen komen versterken, dit: wij zullen U met open armen en open hart ontvangen. Gesteund door zoveel sympathiserende sponsors en adverteerders,- ik betuig hun hier openlijk mijn oprechte dank- met ge- zond verstand geleid door een bestuur, dat voor drie kwart uit vrouwen bestaat, geinspireerd door creatieve regisseurs en technici: voortgestuwd door en drijvend op dat moeilijk te omschrijven gevoel van vriendschap-in-de-gemeenschappelijke inspanning, ben ik ervan overtuigd dat “onzen toneelbond” zonder vrees het jaar 2000 en wat ema komt, mag tegemoet zien.
Dat is trouwens de hartewens van Jozefa Roelstraete, Voorzitster.
HONDERD JAAR TONEEL IN HEESTERT (1899 – 1999)
Lieve lezer,
“Ook in Koninklijk Deugd en Vreugd zit al honderd jaar muziek” prijkte er op de keurige feestwagen van onze toneelvereniging in de stoet die op 12 juli 1998 werd georganiseerd ter gelegenheid van het 135-jarig bestaan van de plaatselijke fanfare St-Cecilia. De figuurlijke betekenis van het opschrift ligt zo voor de hand, maar het was ook letterlijk waar, want, misschien heb je zelf ook oudere mensen wel eens horen zeggen dat ”’t concert – op zijn Frans, graag- “were schoane geweest wa”. Misschien klinkt dat ons op vandaag wat vreemd in de oren, maar lees je er de programma’s op na die zorgvuldig zijn bewaard in het archief, dan zie je dat er nog in maart 1959 een “Iustig zangspel in 2 bedrijven” werd opgevoerd met detitel “Neef Anselm”. In de periode van 1899, jaarvan de eerste sporen van het bestaan van een toneelvereniging in Heestert, tot aan de eerste wereldoorlog vormden het optreden van een fanfare en de gezongen nummers tussendoor een essentieel onderdeel van wat als “Luisterlijke kunstavond” of “Verzettig Avondfeest” stond aangekondigd.
Wie heel gedetailleerd de kroniek van het toneelleven in Heestert van 1899 tot 1989 wil nalezen – en we kunnen die lectuur alleen maar aanbevelen – kan dit doen in het vierde jaarboek van de Heemkring “Frans van Halewijn” Zwevegem uit 1990, p. 23 – 97. Hij werd heel accuraat en met veel liefde voor het onderwerp geschreven door toenmalig ereschoolhoofd Gerard Vanrespaille. Hij kon dat zeker met kennis van zaken doen, aangezien hij eerst als acteur en als secretaris van 1956 tot 1964 en later als erelid van Deugd en Vreugd nauw betrokken was bij het toneelwel en -wee in Heestert. Bovendien was hij ideaal geplaatst om alles in het bredere kader van het cultu- rele en sociale leven van de gemeente te situeren. Verwacht van ons hier geen vloeiend geschreven, wetenschappelijk verantwoorde historiek van Deugd en Vreugd, daartoe achten we ons niet in staat en dan zeker niet in het kort bestek van deze feestfolder. Wel willen we proberen met een reeks wat anekdotisch getinte momentopnamen jouw fantasie, Geïnteresseerde Lezer, te prikkelen om de sfeer op te roepen waarin een eeuw lang ton eel werd en wordt gespeeld in Heestert.
VAN STICHTERS EN BENAMING(EN) en zo …
Net zomin als we over precieze gegevens beschikken in verband met stichtingsdatum en stichters van onze toneelvereniging, zijn we zeker van de oorsprong van de benaming ervan. Wel kunnen twee van de oudste archiefstukken ons misschien wat bijlichten in deze duistere materie.
Er is vooreerst de “Lijkrede uitgesproken bij het graf van onzen duurbaren Herder, den Eerweerden Heer Alois FARASYN, den 3de Maart 1910”. Deze geestelijke was pastoor te Heestert van 1894 tot 1910. H. Claeys, die de rede uitsprak, was hoofdonderwijzer te Heestert. Beide mannen staan, met negen andere, even deftig kijkende heren op een foto van de “vermoedelijke” stichters van de toneelvereniging.
Een paar citaten uit de lijkrede
1. “In zijne jeugd was het een doende jongen, een liefhebber van klucht en grap, maar altijd in eer en treffelijkheid; want “Deugd en Vreugd” was als de kemspreuk van zijn leven: alzoo de jonkheid bewijzende, dat de ware vreugd alleen met deugd kan gepaard gaan. ”
2. “Hij richtte er – in Gits, waar hij 17 jaar lang onderpastoor was- tooneel en muziek in en trok er al de treffelijkste jonkheden bij, wel overtuigd dat de opkomende jaren vooral steun en leiding, en als hulpmiddel een deftig verzet behoeven. Daarom ook zul/en wij hem hier op Heestert muziek en tooneel krachtig zien ondersteunen, den jongelingenkring inrichten en, om de kroon op het werk te zetten, niet rusten voordat een sierlijk gebouw, op zijrie kosten gezet, al de volksinrichtingen tot vergaderzaal kan dienen.”
Dit “sierlijk gebouw” was, je raadt het al, Aandachtige Lezer, de zogenaamde “Tap” of “Volkshuis”, in 1909 “Iuisterlijk” ingehuldigd en in 1989 verbouwd tot wat we nu kennen als “Zaal Malpertus”, waar Deugd en Vreugd al zijn stukken opvoert. Dat dit niet altijd zo was, mag blijken uit dat andere document, dat we hier onder je aandacht brengen: het programma van 1899, het oudste waar ons archief over beschikt. Het was gedrukt in “Ooteghem”, beloofde gul een “Luisterlijk – Zie je ? – Avondfeest’, verzorgd door” Toneelgild Deugd en Vreugd’ in de school van het klooster. We lezen er verder ook de namen op van het driemanschap onder wiens auspicien het feest doorging: “De schrijver: H. Claeys – De Eer-voorzitter: A. Farasyn – De Voorzitter: M. Rohaerf’ De eerste twee heren kennen we al; de laatste was op dat ogenblik bur- gemeester van Heestert.
Een – onbescheiden? – blik leert ons verder dat aan de toeschouwers – en toehoorders ! – het volgende werd geboden:
Eerste deel:
1. Opening voor fanfaren
2. De bedrogen Advokaat: Blijspel- Eerste bedrijf
3. De boet eens Moordenaars.
Dramatische tweespraak
4. De bedrogen Advokaat – Tweede bedrijf.
5. De drie Weezen. Lied. – OMHALING VOOR DE ARMEN tijdens de 10 minuten rust
6. Het Testament. Toneelspel in 4 bedrijven.
7. Gebarenspel: Het Portret van Arlequin.
Nu, ze hadden er ook 2 F – voor een voorbehouden plaats – 1 F – voor een eerste plaats of 0,50 F – voor een tweede plaats – voor betaald.
Tussendoor willen we je ook de “aanbevelingen voor het geeerd publiek(‘ niet onthouden, die vanaf 1903 her en der op de programma’s afgedrukt stonden. Een bloemlezing: ” Men gelieve binst de vertoning te blijven neerzitten. Het is in de zaal verboden te roken en op de kasten, vensterbanken en nissen te kruipen. Men is verplicht zijn kaart te tonen na de rusttijd. De woorden der zangen zullen verkocht worden aan 10 centiem ten voordele van de armen. Wie zich wel wil verzetten, wone twee vertoningen bij, hij doet daarbij een goed werk. Dames en juffers worden beleefd verzocht de hoeden af te nemen. Grote manspersonen alleen zijn op de hoogzaal toegelaten …”
Hier viel niet te lachen, na HET DERDE WOORD in 1969. Het was dan ook een ernstig stuk, dat zie je zo aan (zittend) Paul Deprez, Anny Vanrenterghem, Paul Vanhoutte, (staand) Lieve Roge, Paula Beyaert, Rosanne Decuypere, Roos Brugghe, Marcel Deceukelier, Marc Delft en Antoon Muys.
Commentaar of bijgedachten bij elk van deze goed bedoelde raadgevingen laten we graag aan jouw geïnspireerde fantasie over, Humoristische Lezer. Jaar na jaar bleef Deugd en Vreugd zorgen voor blijspel, treurspel, kluchtige zang en dramatische tweespraak. Dit laatste genre lijkt ons bijna symptomatisch voor wat zich waarschijnlijk heeft afgespeeld tussen 1926 en 1933, want in die periode is er geen sprake meer van “Deugd en Vreugd”, wel van “Willen is Kunnen”, “Toneelafdeling Werken veredelt” of een kleurloos “Toneelbond van Heestert”. Daarna komt de huidige naam weer op de programma’s en dat zal zo blijven, al waren er wel toneelopvoeringen tussen, in samenwerking met Boeren- of Boerenjeugdbond, en al kwamen VKAJ en KWB met Kerstdag ook al eens op de planken, meestal met leden van Deugd en Vreugd in de rolverdeling.
VERANDERINGEN IN DE RAND VAN HET TONEELSPELEN
We zullen het hier niet zozeer hebben over materiele ontwikkelingen die zich weliswaar ook lieten voelen in het toneelleven, maar die er daarom niet specifiek voor waren, zoiets als de stijging van de toegangsprijzen bijvoorbeeld, van 2, 1 of 0,5 F in 1899 tot de eenheidsprijs van 200 BEF straks in het seizoen 1998 – 1999. lets gelijkaardigs betreft de omschakeling van lichtgas – of klinkt de benaming “carbuurlicht” je vertrouwder in de oren ? – op elektrische verlichting ca. 1925 of die van de verwarming met kolenkachel- de lange zinken buis incluis- over de mazoutkachels in 1972, naar de huidige centrale verwarming.
Of neem nu de vervanging van de beruchte aan elkaar geklonken rijen klapstoelen, alleen op de eerste rij onderbroken voor de twee rieten erezetels-met-hoge-Ieuning voor pastoor en burgemeester, door de losse stoelen die tel kens uit Gilde en Gemeenteschool dienden gehaald. Op vandaag heeft de zaal eigen zitcomfort, al zullen sommigen bij het lezen van dit laatste woord misschien ietwat meesmuilen, de ter elfder ure toegevoegde “kussentjes” ten spijt.
Directer verbonden met het toneels pel en is de enorme evolutie op het gebied van de technische verzorging van onze producties, vooral sedert de algemene verspreiding van de televisie. Zijn de toeschouwers op vandaag erdoor verwend of hebben de bijna onuitputtelijke technische mogelijkheden hun fantasie aangetast, wie zal het zeggen, maar het is een feit dat de posten “belichting, decor, geluid, grime en kleding” een aanzienlijke brok weghappen uit Willy Germyns’ begroting van elke toneelproductie. Niet te verwonderen natuurlijk, want wie zou nu nog genoegen nemen met “broeken” van beschilderde jute, die over panelen van simpele houten latten is gespannen? En wie zou het nu nog kunnen stellen met gekleurd papier voor eenvoudige lampen, terwijl er lichtorgels bestaan die hele batterijen verschillende spots in een oogwenk precies richtenwaar het moet? En welk oor zou zich nog laten misleiden door graankorrels in een zeef die een zacht regenbuitje moeten suggereren? Of acht je het nog mogelijk dat een licht zinken plaat bij jou een dreigende donder oproept in een tijd dat zelfs bandopnemers binnenkort bij de industriele archeologie zullen terechtkomen en dat computers zowel klank als licht sturen.
Toch zijn onze geroutineerde technici geen botte blokkendozenstapelaars en -schilders geworden noch ordinaire knoppenschuivers, integendeel, telkens weer verplaatst hun creativiteit ons in de meest uiteenlopende situaties en momenten. Eigen onderlegde grimespecialisten en kleedsters metamorfoseren Eddy of Kris in een half uurtje tot een angstaanjagende kopie van het monster van Frankenstein, zonder dat een rand op hun verhoogde voorhoofd de pruik verraadt. “Onderlegd” ? Jawel, dankzij de praktijk, getoetst aan en gestapeld op de basis- kennis die werd verworven in een van de vele cursussen die elk jaar weer door AWT worden ingericht. 0 ja, AWT staat voor Aigemeen West-Vlaams Toneel, waar Deugd en Vreugd bij is aangesloten, en dat zelf een onderafdeling is van het N(ationaal) V(laams) K(ristelijk) T(oneel).
EN ALS WE HET NU EENS HADDEN OVER HET TONEELSPELEN ZELF ?
1. Muziek verzacht niet altijd de zeden.
Jij, Beste Toeschouwer van 1998, moet het op vandaag stellen met een komedie, een tragikomedie, een tragedie of eventueel met een thriller, en die wordt na zowat 2/3 handig doorgesneden om je in ons cafeetje op adem te laten komen of om de spanning door te spoelen. In de regel valt dan na tweeenhalf uur, een royale pauze inbegrepen, het doek definitief. Ook inzake duur van toneelopvoeringen heeft de t.v. immers ongemerkt vrij strikte beperkingen gedicteerd. Tot halverwege de vijftigerjaren stonden er tenminste nog een drama en een klucht op eenzelfde toneelmenu. Neem nu het programma van december 1958.
Daarin lezen we:
1. “Hugh Scott”(lsidoor Albert), toneelspel in drie bedrijven.
2. “Het kalf” (Yoland en Braun), klucht met zang.
Over de rol van de muziek als onmisbaar ingredient voor eengeslaagd “Concert”, hadden we het al hoger, net als over de opening van de avond,door een fanfare of orkest.
Jan Bijttebier en Cesar (“Schoenies”) Cosaert werden legendarisch door hun komische en andere zangnummers. Deugd en Vreugd heeft zich zelfs een paar keer gewaagd aan een operette, o.m. aan “Hooger op” in 1942, en met een opmerkelijk succes nog we!. 0 ja, heb je het jaartal goed bekeken, Oplettende Lezer? Midden Wereldoorlog II, inderdaad. Het jaar nadien, in april 1943, waren de programma’s al gedrukt, maar kwam het niet tot de opvoering van “Offerande” (Jan Grosfeld), … “wegens de voortvluchtigheid van enkele spelers” zoals iemand op het bewaarde stuk heeft geschreven.
Maar terug naar de muziek en de zang, die traditioneel aangezien worden als de zedenverzachters bij uitstek. Of niet, want, is onze Brabantse Omwenteling in 1830 niet losgebarsten na de opvoering van “De Stomme van Portici”? Of werd wat we in de geschiedenislessen op de basisschool leerden te sterk aangetast door de schimmel van al te veel jaren? Neen toch !
In elk geval werd, mutatis mutandis uiteraard, door een zangstuk een gelijkaardige revolutie veroorzaakt in ons lokale toneelwereldje. Het verhaal: in maart 1957 werd “Weg met de Vrouwen” opgevoerd, een klucht met zang in 3 bedrijven, door BJB en Deugd en Vreugd.
Dit lokte een schimpvers uit van enkele duidelijk in hun eer geraakte jongedames; een nog veel stoutere reactie van de op hun beurt gepikeerde acteurs leidde daarop een grappige, maar daarom niet altijd even kieskeurig gevoerde guerilla in. Nu is het conflict de vader van alles, zoals de Griekse filosoof Heraclitus vele eeuwen voor onze tijdrekening al constateerde. Voor Deugd en Vreugd mondde die maanden aanslepende battle of the sexes in miniatuur uit in de geboorte van het gemengd toneel, een echte aardverschuiving voor het traditioneel nogal conservatief ingestelde Heestert. De Deugd werd niet meer geweld aangedaan dan vroeger; de Vreugd werd er alleszins niet minder om.
2. Van spelleiders en -lijders (?)
Gemengd toneel in Heestert, voor het eerst geconcretiseerd in de opvoering van het blijspel “De Nieuwe Veearts” in maart 1960 heeft op tal van gebieden ingrijpende veranderingen veroorzaakt. Was de spelleiding, een uitzonderlijke keer niet te nagesproken, eerst in hand en geweest van … onderpastoors – E.H. Callemeyn en Dekeyser kozen ook de stukken en zorgden voor de kas – en daarna in die van een paar onderwijzers die tegelijk ook acteerden – we noemen Gerard Tarras en Alo’is De Graeve- dan lag die in de vijftigerjaren bij de meest getalenteerde en geroutineerde acteurs of bij die met een sterke persoonlijkheid of prestige, zoals Roger De Groote, Aurele Hoedt, Stefaan Desmet, Armand Sengier, Paul Deprez. Met het gemengde toneelwerd ook op dat gebied de horizon verruimd en uit Roeselare kwam Edmond Van Raepenbusch, jaren lang secretaris van AWT, van 1960 tot 1974 Deugd en Vreugd leren wat een regieboek was en een verantwoorde mise en scene. Natuurlijk had hij ook zijn inbreng in de keuze van de stukken, waardoor het repertoire, voor zover dit nog niet het geval was, nauwer ging aansluiten bij wat het “moderne” amateurtoneel kon brengen. Deze soms te brave man was werkelijk door toneel bezeten en heeft het Heestertse toneel naar modernere paden gegidst. zijn spoor volgden tot op vandaag een hele reeks halve en hele amateur- en beroepsregisseurs, die allemaal op hun manier de kwaliteit verhoogden van de producties die in zaal Malpertus werden en worden gebracht. We beperken ons tot een paar namen: Johan Bral, Bert Van Heeke, Jo Noreille. konden laten verzorgen…
Bovendien werden ook een paar van de eigen leden door de regiemicrobe gebeten, een beet die ze ook weer op allerlei cursussen deskundig konden laten verzorgen…
Raymond Van Damme, Jozef Terras, Stefaan Desmet en Jozefa Roelstraete in een luimige stemming rond de cafetafel in DE MIRAKELMAKERS uit 1981.
De harde kern van de technische ploeg in minder arbeidsintensieve omstandigheden dan gewoonlijk. Op dit souper in 1983 hadden ze zopas’hun Deugd en Vreugd-overall in ontvangst genomen. Fernand Messiaen, Stefaan Deprez (+ 1998), Emmanuel en Gerrit Rommens staan, Jean-Pierre Demets, Bert Deceukelier, Etienne De Cattelle en Emmanuel Deceukelier zitten er dan ook glunderend bij. Kleedster Hiddy Speleers straalt al evenzeer midden de mannen die ze van deze outfit voorzag.
3. Van acteurs en actrices, van wedstrijden en andere verenigingsritme-stoornissen…
We zegden het al : Deugd en Vreugd – “Koninklijk” geworden in 1973- verruimde zijn blik op tal van gebieden vanaf 1960. Oat bleek ook uit de recrutering van acteurs en actrices. Terwijl deze voorheen uitsluitend uit Heestert zelf afkomstig waren, kregen de eerste vier actrices uit 1960, waar zich ondertussen o.a. ook al onze huidige voorzitster, de alom bekende Jozefa Roelstraete, met veel Schwung bij had gevoegd, in 1961 versterking van de doorgewinterde Anny Vanrenterghem uit Avelgem, maar het duurde nog tot 1974 vooraleer de dorpsgrenzen definitief begaven : toen kwamen Gaby Lanneau en Jozef Terras van hetter ziele gegane “Deugd in Vreugd Moen” over. Een blik op onze ledenlijst anno 1998 leert ons dat niet minder dan de helft van de zowat 60 aangeslotenen nu buiten Heestert woont. De hoger vernoemde Edmond Van Raepenbusch liet onze vereniging ook deelnemen aan wedstrijden die door AWT werden georganiseerd om hun aangesloten groepen daarna te laten doorstoten naar het provinciaal toneeltornooi dat elk jaar plaatsgrijpt. Wie daaraan mag deelnemen, geniet van een provinciale subsidie. Onze ervaringen in dat opzicht vormen zeker geen succesverhaal zonder meer, verre van, want Deugd en Vreugd ontsnapte ooit ternauwernood aan een verstikkingsdood in de naweeen van een mislukte deelname aan het tornooi van 1975. In 1988 bereikten we daarin dan weer een voorlopig hoogtepunt, succes dat sindsdien in 1992 en 1997 weer sterk afkalfde, zonder de desastreuze gevolgen nochtans van ruim twintig jaar geleden.
4. Nog iets over de huidige organisatie…
Deugd en Vreugd heeft zijn huidige vorm gekregen in 1980, toen het bestuur op grond van een vrij gedetailleerd Huishoudelijk Reglement een degelijke, maar voldoende soepele structuur kreeg, waardoor het om de drie jaar gedeeltelijk kan/moet gewijzigd worden, naargelang van de wensen van de vergaderde leden.
Onder impuls van Fernand Messiaen, die jaren voor public relations, programmatie en honderd andere dingen instond, werken we sedert meer dan tien jaar met een seizoensabonnement voor de drie toneelproducties die we verzorgen. Terwijl.daar aanvankelijk altijd een gastproductie toe behoorde, bracht de stijging van het aantal leden dat de plankenkoorts wou tarten er ons toe om zelf voor de drie producties in te staan. Oat hiervan uitzonderlijk wordt afgeweken in dit eeuwfeestseizoen, zal jou, Vriendelijke Lezer, niet verwonderen, als je aandachtig ons seizoensaanboden het specifieke eeuwfeestprogramma in deze folder bekijkt. …
Je hebt gelijk, Lieve nieuwsgierige Lezer, hier hoorde allicht ook een rubriekje sappige “Toneelanekdotes” bij, maar als we dat onderwerp nu eens voorbehielden voor onze fototentoonstelling “Honderd jaar Toneel in Heestert” tijdens het feestelijk weekeinde van 20 en 21 maart 1999 in zaal Malpertus, wat dacht je ? En nog iets, mocht jij, Toneelminnende Lezer, het binnenin voelen kriebelen om mee te helpen scheppen aan de magie van het theater bij ons, hetzij door te timmeren, te schilderen, te belichten, te grimeren, te kleden en nog zoveel creatieve activiteiten meer, aarzel niet, neem contact op met iemand van het bestuur of van de leden, van wie je de naam hieronder kunt lezen. Kan toneelspelen ook, vraag je? Uiteraard ! Wil je die geduchte plankenkoorts door- heen je hele body voelen zinderen, dan kom je bij Deugd en Vreugd Heestert zeker aan je trekken !
Gaby Lanneau, of liever kardinaal O’Hara kapittelt het hele gezin van Sam Leibowitz omdat het DE PAUS ONTVOERDE in 1989. Son Turpijn, rabbi Jozef Terras, Paul Moreels, Veronique Debode en Jan Demeulenaere zijn meer of minder onder de indruk.
Vranke meid Trees Lazou, gravin Annick Dinneweth, baron Johan Vaernewyck, harde-bolster-blanke-pit Jan Demeulenaere, gouvernante Tine Windels, recht-voor-de-raapse Viviane Notebaert, tiercespecialist Eddy Arie en kardinaal Pol Demeulenaere pauzeren en poseren even na IK BEN ER EN BLlJF ER … in 1997.